Hanneke
van Veen

Even voorstellen...

Meer weten over sparen?

Op basis van dit weblog verscheen een boek:
Het kan alleen maar beter worden & andere opbeurende verhalen
Via deze website te bestellen, zonder verzendkosten.
KLIK HIER

Dialog
Vandaag publiceren Rob en ik tegelijkertijd een stuk onder dezelfde titel. Het gaat om situaties waarbij het ons leuk leek allebei onze kijk erop op te schrijven.
Robs versie staat op zijn weblog (www.robvaneeden.nl).

Schrik op schrik (24 oktober 2007)
We hebben voor het eerst een eigen autootje, een spiksplinternieuwe. Zomaar in één klap betaald. Elk de helft van het bedrag en niks geen financiering, ook al was de verkoper daar niet echt blij mee. Hij vertelde eerlijk er zo minder aan te verdienen. Jammer voor hem, maar niks mee te maken. Het geld was er en waarom zou je tegen hoge rente geld lenen als het niet nodig is.
Een eigen auto voor de deur, een compromis tussen goedkoop en zuinig en toch voldoende ruimte voor de bagage en gemakkelijk met instappen, want vierdeurs. En we genieten van de vrijheid en de nieuwe mogelijkheden. De vele fiets- en wandelvakanties waren ook altijd hoogtepunten in het jaar, maar nu we beiden boven de zestig zijn gaan we vaker en verder weg met onze nieuwe aanwinst.

Toch is de auto meer van Rob dan van mij, ook al hebben we hem samen betaald. Dat is wel te begrijpen want hij is degene met een geldig rijbewijs. Ik heb het mijne ooit laten verlopen. Freudiaans misschien, omdat ik autorijden nooit echt prettig heeft gevonden. De verantwoordelijkheid drukte te zwaar en vergalde menig autoritje. Je zult toch maar een ongeluk krijgen terwijl niet alleen je eigen kinderen, maar ook hun vriendjes of vriendinnetjes achterin zitten, dacht ik vaak. Het is helemaal erg als het je eigen stomme schuld is. Omdat je niet opgelet hebt, bijvoorbeeld geen voorrang hebt gegeven, vreselijk… En van alleen al het idee de ouders van die dode of halfdode slachtoffertjes onder ogen te moeten komen werd ik bijna onpasselijk. Raar eigenlijk. Het leek altijd stukken erger dat kinderen van andere mensen iets overkwam dan die van jezelf. Alsof het voor een automobilist minder erg is zijn eigen gezin in een ongeluk te betrekken.

En zo piekerde ik vaak, al is het god zij dank nooit zo ver gekomen. Ik reed eigenlijk best goed, al bleven de angsten me parten spelen. En iedere keer opnieuw was er de enorme opluchting dat het goed was afgelopen, ik de dierbare vrachtjes heelhuids kon afleveren en de auto wegzetten.
Ook als ik alleen in de auto zat was het niet veel beter. Dan spookten er andere situaties door mijn hoofd, waren er doden en gewonden te betreuren in de auto´s die ik aangereden had. Kortom, het rijbewijs verliep en ik ontdekte het te laat. Niets meer aan te doen. Ik was er niet al te rouwig om, want inmiddels was de besteleend weggegeven aan iemand die hem harder nodig had en voor het milieu ging ik voortaan fietsen.

Als medepassagier ben ik nu, ruim dertig jaar later, nog steeds angstig in het verkeer en zit daarom continu mee te rijden. Durf zelfs mijn ogen niet even dicht te doen, ook al doen ze pijn en ben ik moe. Soms is het handig dat ik zo goed mee oplet, omdat ik al een aantal keren iets zag dat Rob  niet zag, maar ik snap best dat het soms knap vervelend is voor hem.
Afgezien van het meerijden is er ook nog de afwijking om bij het waarschuwen voor naderend onheil rechts te zeggen als het links moet zijn en links als het rechts is. En tot overmaat van ramp slaak ik soms een gil of maak een raar geluid waar mijn partner op zijn beurt behoorlijk van schrikt en van uit zijn humeur raakt. Hou daar nou toch eens mee op, er was dit keer echt helemaal geen reden om me te waarschuwen. Ik zag die auto heus wel. Denk je soms dat ik zit te slapen achter het stuur? brengt hij pissig uit.
Sorry hoor, ik schrok gewoon en dacht echt dat je het niet gezien had. Moet ik dan soms mijn mond houden als ik denk dat we aangereden worden. Ik zit ook in die auto, ik ben nu eenmaal geen zak aardappelen die je vervoert. Het gaat ook om mijn leven. Maar ik snap best dat je het vervelend vindt.
Vervelend, vervelend, dat is heel zwak uitgedrukt. Ik doe echt mijn best, en houd continu rekening met je door niet te hard te rijden. En dan geef je opeens een schreeuw terwijl er helemaal niets aan de hand is. Mijn hart staat gewoon stil. Ik baal er ontzettend van.

En zo gaat dat tijdens een vakantie in een bergachtig gebied een paar keer binnen een aantal dagen. De stemming wordt er niet beter op. Rob voelt zich bekritiseerd en denkt bij zichzelf: Stom mens, ga je rijbewijs opnieuw halen als je het allemaal zo goed weet. Dan kun je lekker zelf rijden. Ik wil nog wel eens zien hoe jij het er dan vanaf brengt. En als je daar geen zin in hebt, hou dan je mond. Dat gevit de hele tijd en die geluiden bij het minste geringste steentje dat tegen de auto aanslaat, of auto die uit een zijstraat komt. Belachelijk gewoon.

En ik word er ook niet vrolijker op. Denk aan mijn moeder die niet bang was om bij een ander in een auto te stappen, maar heel slecht tegen plotselinge harde geluiden kon, daar extreem van schrok. Om die reden niet naar concerten wilde omdat er na een mooi rustig stuk muziek soms opeens een stel musici keihard op trommels of pauken, of beide, konden gaan slaan. Bang was dat ze dan in zo´n zaal een gil zou geven of zelfs zou gaan huilen. Als kind heb ik daar wel eens om moeten lachen, maar nu moet ik bekennen precies zo te reageren op plotseling hard geluid. Als Rob achter me staat en een hamer of ander stuk gereedschap op de grond gooit, of per ongeluk laat vallen, is het foute boel.
Die keer, herstellend van een oogoperatie, op de bank liggend en meeluisterend naar die Schöpfung van Händel (ZIJN lievelingsmuziek) was het helemaal uit de hand gelopen. Vlak voor de OERKNAL er aan zou komen had hij de pick-up wat harder gezet. Ik geloof hem op zijn woord dat hij het niet express heeft gedaan, maar ik ben echt in huilen uitgebarsten en was een zenuwinzinking nabij. Die OERKNAL deed zijn naam eer aan; drie straten verder praatten de mensen er dagen later nog over. Heb jij dat ook gehoord, dat vreselijke lawaai eergisteren? Ik liet van schrik een bord soep uit mijn handen vallen. Etc.

Rob probeert er rekening mee te houden, waarschuwt bijvoorbeeld als hij hard moet niezen of gaat vlak voor me staan zodat ik hem kan zien. Maar toch gebeurt het geregeld dat ik erg van hem schrik, omdat hij een deur dichtknalt, een metalen dienblad op een stenen vloer gooit of de radio per ongeluk op z´n hardst aanzet.

Het blijkt vaker voor te komen. In een boek dat ik las, wist een stelletje rotjongens een schooljuffrouw die aan hetzelfde leed, heel gemeen te pesten. Die juffrouw slaakte gilletjes bij matig harde geluiden (een schooltas van de bank laten vallen), grotere gillen bij harde knallen (als ze met haar rug naar de klas op het bord stond te schrijven, een zware schoolatlas met kracht plat op de grond smijten) en slaakte een ijselijke kreet en maakte daarbij ook nog een SPRONG, als ze een stoel of tafel omgooiden. De jongens hadden daar lol in en bouwden hun getreiter langzaam op. De juffrouw was dan bijna in staat ontslag te nemen. Na het lezen over dit sadistische gedrag liepen de rillingen me over de rug. Wat vals en zielig voor die juffrouw.

Nu voelde ik me eigenlijk ook zo. Onbegrepen en verdrietig. Normaal ben ik een vrij stil, rustig en bedachtzaam type en tijdens een ruzie ben ik de laatste die lelijke woorden roep of gaat schreeuwen. Ik word ook niet snel kwaad trouwens. Maar met die auto ontstaat er af en toe een situatie dat ik een geluid maak, niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat ik echt ergens heel erg van schrik.
Daar moet hij dan maar aan wennen, ik doe het echt niet om hem te pesten, het overkomt me gewoon.

Opeens had ik een helder moment. IK reageer extreem op harde geluiden en schijnbaar gevaarlijke situaties, en deed HIJ niet hetzelfde?
Hij reageert extreem op mij. Hij schrikt ook. Niet van het verkeer of hard geluid, maar van mij. Mag ik niet schrikken en hij wel? Dat is het! En opeens herinner ik me dat Rob erg blij was geweest met de auto, maar allergisch had gereageerd op een waarschuwingssignaal dat afging als de auto achteruit reed. Voor anderen een technisch nieuwtje, voor hem een bron van ongenoegen. Wat een verschrikkelijk ding, daar krijg ik de zenuwen van. Ik kan toch zelf wel achteruit kijken en goed parkeren. Dat kreng heb ik helemaal niet nodig. En na een aantal weken was het apparaatje onklaar gemaakt en knipperde alleen nog.
Rob regeerde ongeveer hetzelfde op mijn geluiden en zou me misschien op die momenten ook uit de auto willen weren.

Een stuk zekerder van mezelf heb ik dit inzicht ter sprake gebracht en het moet gezegd, Rob zag in dat onze reacties wel erg op elkaar lijken. Het lijkt wel op die dingen die de Engelse psychiater Laing schreef: Ik schrik heftig van het feit dat jij heftig schrikt. Zo is het precies en we moesten er beiden om lachen.