Hanneke
van Veen

Even voorstellen...

Meer weten over sparen?

Op basis van dit weblog verscheen een boek:
Het kan alleen maar beter worden & andere opbeurende verhalen
Via deze website te bestellen, zonder verzendkosten.
KLIK HIER

Archief 2004, week 29

16 juli 2004

Tante Rie (2)
Decorumverlies

Al een flink aantal jaren voor haar dood was mijn tante er stellig van overtuigd dat zij het niet lang meer zou maken. Met een stem die bijna niet meer te verstaan was belde ze haar drie nichten en haar enige in Nederland wonende neef op met het verzoek de aanstaande zondag met hun partners naar haar huis in Rotterdam te komen. Ze wilde met ons, als erfgenamen, nog het een en ander regelen.

Het was een snikhete dag en ook wij waren luchtig gekleed, maar zo luchtig als mijn tante er bij zat? Nee, wij werden voor deze speciale gelegenheid tot onze verbazing ontvangen in ondergoed. Eerst dachten we nog dat we misschien iets te vroeg waren en tante verrast hadden tijdens het aankleden, maar niets van dat al. In een ouderwetse veel te grote witte onderbroek en een om het magere lijf slobberende kamizool werden we welkom geheten. Tante Rie, de grijze haren recht afgeknipt en voorzien van een schuifspeldje, was gezeten op een vrij hoge stoel. Ze gebood ons minzaam met haar uitgeteerde blote arm naar onze zitplaatsen; jullie hier, jij daar en zij daar aan de overkant.

We keken onze ogen uit maar hadden stuk voor stuk niet het lef iets over haar wonderlijke verschijning te zeggen. Was ze nu echt opeens aan het dementeren en helemaal in de war? Vreemd, dan hadden we toch iets moeten horen van haar vaste hulp. Tante Rie was tot nu toe juist zeer goed bij de tijd gebleken, ook al was ze de vijfenzeventigjarige leeftijd gepasseerd. Als je bijvoorbeeld een woord niet goed uitsprak of een fout maakte in de grammatica werd je door deze voormalige lerares behoorlijk pinnig gecorrigeerd en tot de orde geroepen.
We keken het even aan en ontvingen uitvoerige gefluisterde instructies in verband met de diverse consumpties; waar alles stond, welke kopjes we moesten gebruiken en hoe het opgediend moest worden. Nee, met het kleine vogelkoppetje was blijkbaar alles nog in orde, de oude dame had de regie nog volledig in handen. Misschien interesseerde het haar, zo vlak voor haar dood opeens niet meer hoe ze eruit zag.

De sessie nam intussen een aanvang. Tante Rie, die kinderloos was gebleven, had ons al eerder meegedeeld dat wij vieren (de kinderen van haar oudste zus) alles zouden erven. Daar wilde ze ook niet aan tornen, maar nu wilde ze ons, nu ze nog leefde persoonlijk iets waardevols uit haar bezit laten uitzoeken. Blij verrast en nieuwsgierig vroegen we ons af wat dat inhield. Ook nu werden we aan het werk gezet; haal jij dat daar vandaan en zet het hier, doe jij dat en zet dat daar. Zo ging het een poosje door. Om haar stoel en op een tafel stonden al snel allerlei dozen en doosjes. Onder andere een muntenverzameling, een cassette met tafelzilver en een doos met de persoonlijke sierraden.
Na een uur of wat gingen we allen tevreden naar huis met een aantal aandenkens aan onze tante. Ik kreeg de cassette met haar initialen in het bestek gegraveerd, en gebruik die sindsdien dagelijks. Ook een mooi kettinkje en nog wat kleinere spulletjes. Later is pas duidelijk geworden wat er toen aan de hand was.
(wordt vervolgd)

13 juli 2004

Geweldige uitvinding

Een jaar of vier geleden werd de plastuit uitgevonden en op mijn verjaardag kreeg ik er, onder luid gelach van het bezoek, van twee verschillende personen een aangeboden. Een was gekocht en de andere, door een gever die graag knutselt, gemaakt van een leeg melkpak. Het leek een aardige oplossing voor een probleem waar vrouwen nogal eens mee worstelen: plotseling buiten nodig moeten en geen restaurant in de buurt. Een vriendin, in het bezit van een roestige lelijke eend, vond daar al veel eerder iets op.

Voor mannen was en is het altijd gemakkelijk zich van een plas te ontdoen vanwege hun anatomie. In het bezit van een handig aftapkraantje dat zonder veel moeite tevoorschijn getoverd kan worden zijn ze duidelijk in het voordeel ten opzichte van vrouwen. Rechtopstaand, zonder rokken op te hijsen of broeken te laten zakken, kunnen zij in noodgevallen achter een boom of in een steegje hun blaas legen. Niet dat ik een voorstander ben van wildplassen, maar nood breekt wet.

Een licht gevoel van penisnijd maakt zich soms van me meester, en ik voel me ronduit benadeeld nu er op buitenmanifestaties opeens overal van die verplaatsbare plastic 'krullen' staan, waar vier heren tegelijk zomaar op de openbare weg hun plasje kunnen plegen. En wij vrouwen dan? Moeten wij weer zonodig een onbetaalbaar horecabezoek afleggen om ons te verlossen van overtollig vocht?

De eerder genoemde vriendin was het zat tijdens een vakantie met haar zoontje in Parijs. Daar betaal je je helemaal blauw aan een consumptie en het geld groeide haar niet op de rug. Haar oude besteleend had zijn beste tijd gehad. Je kon zelfs tijdens het rijden op een paar plekken door

de bodem de straat voorbij zien flitsen. En dat bracht haar op een lumineus idee.
Met een stuk tuinslang en een trechter maakte zij voor eigen gebruik een voorloper van de plastuit. U begrijpt het al. De auto werd ergens in een stil straatje geparkeerd, en het slangetje dat aan de trechter zat door een gat in de bodem gestoken. Na enige oefening kon zij zonder morsen en zonder gezien te worden rustig achter in de auto haar plasje doen. Voor de raampjes waren gordijntjes aangebracht, zodat ze aan het oog van voorbijgangers werd ontrokken. Een fles water voor het naspoelen lag altijd bij de hand.

Hetzelfde systeem gebruikte ze op campings. 's Nachts een heel eind lopen naar het sanitaire blok en je kind alleen in de tent achterlaten? Of je nat laten regenen? Niet meer nodig. Via een gaatje aan de achterkant van de tent werd het plasprobleem opgelost, en ook zoonlief maakte graag gebruik van haar uitvinding. Volgens mij een gat in de markt!