Hanneke
van Veen

Even voorstellen...

Meer weten over sparen?

Op basis van dit weblog verscheen een boek:
Het kan alleen maar beter worden & andere opbeurende verhalen
Via deze website te bestellen, zonder verzendkosten.
KLIK HIER

Archief 2004, week 13

25 maart 2004

Vietnam (4)
Sjouwvrouwen

Voor Nederlanders is Vietnam een bijzonder voordelig vakantieland. We betaalden er bijvoorbeeld voor internetten 23 cent per uur en voor een complete en lekkere vegetarische maaltijd 16 cent per persoon. Vervoer per cyclo (zon fietskar) kostte één dollar per uur. Een nogal genante ervaring trouwens, om met onze dikke lijven door een zwaar transpirerend tenger mannetje rondgereden te worden. Toch 'vochten' de cyclomannen bijna om ons, want voor een dollar moeten anderen een halve dag werken.

Sinds begin jaren 90 handel en ondernemen min of meer door de communistische regering zijn vrijgegeven groeit de economie als kool met zo'n zeven procent per jaar. Vijftien jaar geleden was er nog hongersnood, nu is Vietnam het tweede rijstproducerende land ter wereld. En na Brazilië het tweede koffie-exporterende land. Overal bruist het van de energie en werklust. Dat is onder andere te zien aan de huizen die overal uit de grond gestampt worden.

Iedereen probeert een graantje mee te pikken door zelf iets te fabriceren of te verkopen. Het weer is goed, dus wordt er veel buiten gewerkt. Aan de ene kant van de straat worden rieten matten op de stoep uitgerold en met een grote kwast in de lak gezet. Aan de overkant verkoopt men grafstenen. Voor het volgestouwde winkeltje zitten twee mannen letters uit te hakken op zwarte steen. Weer iets verder een fietsenmaker die op het trottoir een band plakt. Hij heeft meer ruimte nodig en legt het wiel doodleuk op straat, zo op het oog zonder op het verkeer te letten. De fietsers en bromfietsers rijden er volkomen stoïcijns omheen. In Nederland zou dat wel anders gaan.

Ook zie je veel vrouwen, met een soort juk op een van de schouders. Daaraan twee manden met koopwaar. Bananen, grote groene grapefruits, brood of kleding. Ook zien we vrouwen die niets verkopen, maar ingehuurd zijn als sjouwer. Zij lopen op een drafje, er voor zorgend dat de zware manden of andere last in een goed ritme met hen meedeint. Of ze zeulen met grote vrachten hoog opgestapeld op karretjes.

In de Engelstalige Sunday Viet Nam News van 9 november 2003 lazen we over de miserabele omstandigheden van deze sjouwvrouwen. De meesten komen van het platteland en werken op en rond markten van grote steden. Daar laden en lossen ze groente, vis en fruit. Werk dat veelal 's nachts gedaan wordt.
Overdag slapen ze in goedkope herbergen. Van de 30.000 dong (twee dollar), die zij met dit werk per dag verdienen, zijn ze eenderde kwijt aan logies, voedsel, kleding en bewassing. De rest sturen ze naar het thuisfront.
Zij doen dit zware werk zo ver van huis, omdat er in de dorpen geen geld te verdienen valt. De zorgen om wat zich thuis met kinderen en andere familieleden afspeelt zijn groot. Daarbij komt de angst voor lichamelijke problemen waardoor ze het werk op den duur niet kunnen volhouden. Verzekeringen zijn er niet. Als je ziek wordt, verdien je niets.

Thuisgekomen liet dit bericht me niet los. Er zou toch iets ter verbetering van het lot van deze vrouwen ondernomen moeten worden? Het MCNV heeft meer dan honderd projecten in Vietnam, gericht op de allerarmsten, en daar horen deze vrouwen ook onder. Daarom heb ik een voorstel bij het MCNV ingediend. Zij zijn het best in staat contacten te leggen met de locale organisaties waarmee ze altijd samenwerken om na te gaan welke hulp eventueel gewenst is. Ik ben benieuwd wat eruit komt.
(wordt vervolgd)

24 maart 2004

Er even helemaal uit?

De spanning en stress van de overdrukke stad van je afwassen? En samen met vrienden heerlijk relaxen in de rustgevende sfeer van zon, pret en water?
Ga dan naar het Tokyo Waterpark!

22 maart 2004

Panorama Mesdag screensaver

Van de site van het Haagse Panorama Mesdag is sinds kort een fraaie screensaver te downloaden, inclusief ontspannend geluid.
www.panorama-mesdag.nl

22 maart 2004

Sigaartje

Een van de laatste fotos van mijn vader is me erg dierbaar. Daarop is te zien hoe hij, voor de zoveelste keer die dag, zijn sigarendoosje opent om zijn 'schat' te bekijken. Die bestaat uit twee hele sigaren en een stuk of twintig peuken van verschillende lengtes. Ik zie hem denken: "Gelukkig, voor de komende dagen voldoende te roken." Tevreden sluit hij het doosje en zet het terug op tafel.

foto: Dimitri van Veen

Mijn vader is 92 geworden. De laatste jaren dementeerde hij. Slim wist hij vragen waar hij geen antwoord op wist te pareren met een kwinkslag. Als je naar zijn gezondheid informeerde zei hij steevast: "We leven nog." En op de vraag hoe oud hij was: "Twee keer de helft," gevolgd door een bulderende lach.

Zolang mijn moeder leefde leek het nog heel wat, maar na haar overlijden bleek pas hoe ver hij heen was. Op bezoek in het verzorgingshuis troffen we hem vaak eenzaam en verdrietig aan. Een keer zat hij, midden in de winter, vlak voor het open raam, gekleed in alleen een broek en dun overhemd. De verwarming uit, jammerend dat hij het zo koud had.

Een andere keer vond ik hem rond koffietijd in de recreatiezaal. Overal tafeltjes met pratende groepjes dames en heren. Mijn vader zat apart aan tafeltje. "Waarom gaat u niet gezellig bij de andere mensen zitten," vroeg ik. "Ze moeten me niet meer," was het antwoord. Daar wilde ik meer van weten. De bejaardenhelpster bevestigde het. "Uw vader schept steeds met het lepeltje waarmee hij al geroerd heeft suiker uit de suikerpot en dat wordt door de andere bewoners niet op prijs gesteld. Daarom is hij apart gezet."

Een andere pijnlijke gebeurtenis was, toen ik hem aantrof in zijn eigen kamer met het middagmaal voor zich. Hij bracht een hap naar zijn mond. Tot mijn schrik zag ik slierten doorzichtig huishoudfolie aan weerszijden van de lepel hangen. De arme man had niet gezien dat zijn maaltijd was afgedekt met dat spul.

Na dergelijke bezoeken vertrokken wij, zijn kinderen, met pijn in 't hart. We hadden al aangekaart dat hij hier niet meer op zijn plaats was, maar de directie en het personeel waren het er niet mee eens. "Uw vader is zo gemakkelijk. Hij belt nooit, we hebben er geen omkijken naar."  We begrepen maar al te goed hoe dat kwam. Dat er een bel was kon hij niet onthouden en waar die voor diende al evenmin.

Uiteindelijk vonden we een plek waar meer zorg geboden kon worden, maar het hoefde al niet meer. Na een ongelukkige val werd hij voor een heupoperatie opgenomen in het ziekenhuis. Die opname overleefde hij niet.